De kermis was eeuwenlang voor elk dorp een hoogdag. Er werd gefeest, gedanst en verteerd. Al dat drinken leidde echter regelmatig tot vechtpartijen, vaak met dodelijke slachtoffers. In augustus 1520 zakte een groep jongelui van Schaarbeek af naar Sint-Joost-ten-Node. Terwijl het gezelschap wat aan het drinken was, kwam het tot een discussie over de reidans die op het plein plaatsvond. Toen steeds meer mannen zich bemoeiden, ontspoorde de discussie. De rivaliteit tussen de buurdorpen ontlaadde zich in een fel gevecht.

“Die van Scharenbeke hebbent altyt op ons!” riep een schaapsherder uit Sint-Joost. Toen de zoon van de smid van Schaarbeek op de grond lag en werd bedreigd, schoot Jan Poels zijn dorpsgenoot gewapend ter hulp, zijn kameraden aansporend met de woorden: “Sullen wy die van Scharenbeke laten doot slaen?”. In het gevecht werd Leunis Rogge zodanig gekwetst dat hij enkele weken later aan zijn verwondingen overleed. Ook Jan kwam niet ongeschonden uit het gevecht. Door de gerechtsofficier als een hoofdverdachte aangemerkt, vluchtte hij uit Brabant. Hij vroeg gratie aan de vorst. In zijn aanvraag gaf hij aan dat hij zich reeds verzoend had met de nabestaanden. In juni 1522 verkreeg hij gratie.

Om meer informatie over Jan Poels te krijgen, zie het Algemeen Rijksarchief website (Gratis account vereist).

David Vinckboons – Sint-Joriskermis (Paleis Dorotheum, Oostenrijk)

Deel dit bericht