💰De winter van 1521-1522 was bitter koud. Geen weer om een dak te vervangen. Bij gebrek aan werk leden de Brusselse dakdekker Jan Slave en zijn vrouw armoede. Zijn knorrende maag zette Jan aan tot een vermetel plan: een inbraak in het paleis op de Koudenberg. Misschien had Jan gehoord over de schatten en de rijkdom in het paleis, over het goud en de edelstenen uit de Nieuwe Wereld. Enkele juwelen kon de keizer missen, toch? Via een wenteltrap en geforceerde deur wist hij op de zolder boven de juwelenkamer te komen. Hij verwijderde enkele plafondplanken en liet zich aan een touw zakken. Zijn buit bestond uit ‘xvii oft achthien gouden cloecxkens oft bellekens’ – van een halsband gesneden -, ‘vier gouden stucken mit zekeren gesteynte ende paternosterkens’. Een deel van de buit had Jan reeds verkocht toen de amman hem arresteerde en opsloot in de stadsgevangenis. Uit vrees voor een zware straf vroeg hij via de Raad van Brabant gratie aan de vorst. Landvoogdes Margareta en haar raadgevers waren inschikkelijk, op voorwaarde dat Jan de gerechtskosten betaalde. Zo’n half jaar na de feiten, in juli 1522, verkreeg Jan zijn remissiebrief, die hem van verdere rechtsvervolging ontsloeg.

📜Het Rijksarchief bewaart duizenden remissiebrieven. Via deze documenten verleende de vorst gratie aan onderdanen die een ernstig misdrijf hadden gepleegd en daarvoor genade vroegen. De verhalen van deze misdrijven brengen ons dicht bij de mensen van toen. Het PARDONS-project (2021-2025) zal deze remissiebrieven ontsluiten en voor een breed publiek toegankelijk maken.

🔔In de loop van het jaar 2022 zullen verschillende “Pardon Tales” worden gepubliceerd en gedeeld om u kennis te laten maken met een andere wereld.

Voor meer informatie over de geschiedenis van Jan Slaaf kunt u terecht naar het Algemeen Rijksarchief website (gratis account vereist).

Algemeen Rijksarchief, Rekenkamer van Brabant, nr. 637, f.20-22v
Coudenbergpaleis

Deel dit bericht